FIB NR2 2015 | Page 31

DE STAD De zeildoekhandel van firma W.G. van Oel (voorheen Wijnhaven) meldt zich still alive vanuit de Rodenrijschestraat 93. ‘Het is een stukje om’, staat er, ‘maar de kwaliteit is dat waard.’ K. Bergel, groothandel in galanterieën, garen en band, importeur der bekende Tudor-scheermesjes, heeft een nieuwe zaak geopend aan de Gerrit van der Lindestraat en roept de “heeren leveranciers” op tot hulp, met de daaraan toegevoegde lokroep: ‘We betalen contant.’ Het is een codebericht als bewijs dat de kluis in het verbrande pand gevonden is. De eerste Rotterdamsche Hulpbank met Winstuitkering N.V. (voorheen Boschje 14a) heeft zich hervonden aan de Claes de Vrieselaan en meldt dat “er weer normaal gegireerd kan worden”. De directie van O.H.O. is selectief in zijn verkoopstrategie en stelt “zijn kapokmatrassen met veerend interieur alleen ter koopbeschikking voor geteisterde gebieden, Roode Kruis en Overheidsdiensten”. Bovendien moeten bij bestelling “bewijzen van correctheid worden getoond”. Dan is er bericht van A.L. van Dongen & Zoon, grossier in tabaksfabrikaten, die vanaf de Katshoek onderdak heeft gevonden aan de Stationssingel en in triomf de zin laat afdrukken “dat de tabakken van de N.V. Franck Lieftinck uit Groningen alweer voorradig zijn”. Kennelijk waren die populair. Boas Goederenhandel, zelf getroffen aan de Binnenrotte en uitgeweken naar het Heemraadsplein, doet een oproep aan al haar clientèle, “indien óók verhuisd, haar nieuwe adres op te geven”. Terwijl de firma E. Walg er op de advertentiepagina achteraan kachelt met een paniekbericht, want de boter- en kaashandel uit de Westewagenstraat heeft zijn hele administratie in rook zien opgaan en verzoekt iedereen “beleefd op te geven welk(e) bedrag(en) U van ons, wij van U te vorderen hebben”. Toen kon dat nog. PRUTSMATERIAAL Overal zijn ook complimenten te lezen voor de brandweer die een rokende stad heeft bedwongen. Hoewel? In reconstruerende rapporten komt vast te staan dat niet de nazibommen, maar juist de uitslaande en met prutsmateriaal bestreden brand de grootste schade aanricht. Illustratief voor het later bewezen tekort op 14, 15 en 16 mei is dat de lokale kranten het een maand later nieuws vinden dat de commandant van de Brandweer, de heer P.P. Pontier, een tweede autobrandspuit heeft aangeschaft voor Hillegersberg. Bezien in het licht van een volledig afgebrande binnenstad leest dat lachwekkend. Radeloosheid is de eerste dagen na het bombardement zo ongeveer ieders weeskind. De Technischen Dienst weet zich geen raad met het naar grove schatting twee miljoen kubieke meter puin dat moet worden geborgen en er circuleert al vroegtijdig een variatie aan dumpingplekken: 1. Er kunnen oneffenheden mee worden weggewerkt op het resterende deel van het land van Hoboken; 2. Midden in het brandgebied kunnen kleine binnenhavens worden ingekort; 3. En er is een mindset voor een F