131
‘ Niemand wil dit missen : een echt Rotterdams onderonsje van ondernemers ’
en de bevoorrading is lastiger . Bovendien : alles wat eerst op de wal stond , moet nu op het ponton een plekje krijgen . Denk maar aan de toiletten , aggregaten en de opslag . Dat ponton zal dus wel wat groter worden dan vorige keer .’ Maar er is ook een belangrijk voordeel : er komen meerdere opstapplaatsen , bij De Tuin , bij The Boathouse en wellicht op de Kralingse Plaslaan , en dat betekent ook meer parkeerruimte .
Helemaal opgaan in de wedstrijd Ook dit jaar komen tien skûtsjes uit Friesland over naar Rotterdam om mee te doen aan de Kralingen Cup . Bedrijven die een middag of avond met relaties willen meevaren met één van de schepen , kunnen zeilpartner worden . Dan mogen ze 20 relaties uitnodigen , van wie er acht aan boord kunnen om mee te doen aan de wedstrijd . Hendrik : ‘ Dat is echt een belevenis . Sommige bedrijven doen dat al voor de vijfde keer en vragen dan om hetzelfde schip met dezelfde bemanning . Hun gasten moeten zelf actief meedoen , gaan helemaal op in de wedstrijd . Zeker toen het twee jaar terug slecht weer was en hard waaide . Iedereen was doorweekt , maar het had diepe indruk gemaakt . Die mensen hebben het er nog steeds over .’ ‘ Want vergeet niet , het is wel een serieuze wedstrijd . Die Friezen komen niet hierheen om een beetje te spelevaren of achteraan te eindigen . Die willen allemaal winnen .’
Rotterdams onderonsje Een andere optie voor bedrijven is de aanschaf van een VIP-pakket ( voor tien personen ). Hendrik : ‘ Niemand wil dit missen . Het is echt een Rotterdams onderonsje van ondernemers . Naast de individuele bedrijven hebben we verspreid over de drie dagen ook businessborrels van ondernemersnetwerken . Zoals die van Friends in Business .’ Veel aandacht besteden de organisatoren altijd aan het entertainment . Dat is deze keer niet anders . Herman : ‘ Elke avond zijn er optredens van klinkende namen . Op het ponton gaan we tot elf uur door . Langer mag niet . Maar daarna is er nog een afterparty in De Tuin of The Boathouse .’