FIB NR1 2017 | Page 103

101

‘ Kunnen wij niet een steigerbouwbedrijfje beginnen ?’

Met slechts een kleine onderbreking voert al 35 jaar een dame het bewind over een mannenbedrijf in een mannenwereldje dat 800.000 vierkante meters aan steigers kan bouwen . Dat is de afstand Rotterdam-München en het werk van 88 loondienstmannen en circa 170 onderaannemers .
Naaldhakken en stalen neuzen Hoge hakken tikken in de gang van het pand in Delft bij ontvangst , maar als Karin van Reek werkbezoeken aflegt draagt ze zware werkschoenen met stalen neuzen . Leuke , kordate vrouw . Zo Rotterdams als Rotterdams kan zijn . ‘ Vroeger ’, zegt ze , ‘ gingen mannen en vrouwen gescheiden naar de kapper , zeker in een dorp . Op een avond zat er bij mij een man in de stoel , een stukadoor . Hij had een prachtig buitenproject aangeboden gekregen , maar wist niemand voor de steigerbouw . Afijn , ik vertel dat aan mijn man , toen opperman van de metselaars en riep langs mijn neus weg : kunnen wij niet een steigerbouwbedrijfje beginnen ? En ja hoor . Wij naar de Kamer van Koophandel . Dat was de start . De eerste duizend vierkante meters steiger konden we investeren van ons eigen spaargeld .’
Directeur wikt , ingenieur beschikt Karin van Reek , die intussen alle branche ontwikkelingen heeft meegemaakt en de vooruitgang fascinerend vindt , verplaatst zich van het verleden naar nu en zegt : ‘ We hebben tegenwoordig een tekenkamer met één constructeur en drie tekenaars . En als de directeur een oordeeltje heeft , leuk , maar de slotsom is dat alleen onze ingenieurs zeggen hoe het moet . En zo hoort het .’
Van spierballen en tattoos naar gecertificeerde profs ‘ Steigerbouw was in de tachtiger jaren spierballen , tattoos en gympies . Tegenwoordig zijn al onze steigerbouwers gecertificeerd . Moet ook , want ze bouwen tegenwoordig in elke stad op de gekste plekken en op postzegeltjes . Ons denkwerk begint al bij grondbelasting , want een verzakking kunnen we ons niet permitteren . Wat is de windbelasting ? Dat wordt allemaal meegenomen en maakt het spannender dan vroeger .’
Safety first ‘ Veiligheidsbrillen , schouderbeschermingen , helmen . Je kan het zo gek niet opnoemen . Iedereen zit de laatste tien jaar ook vast aan een harnasgordel , ook al werk je op twee meter hoogte . Oude steigerbouwers vonden dat aanvankelijk niet fijn . Geen bewegingsvrijheid . Maar zo langzamerhand is men zich wel gaan realiseren dat anders veel te gevaarlijk is .’
Erkend vakmanschap Gaandeweg is ook de erkenning van de bedrijfstak gegroeid . ‘ Bij projecten van 110 meter hoog zie je mensen naar een kunststuk kijken . Komt ook omdat de architecten tegenwoordig de meest vreemde gebouwen uit de grond stampen ’, zegt Karin van Reek , waarna ze nog even terugspoelt naar 1990 . ‘ Rojo liep als een tierelier , maar ik kon met een dochter van drie onmogelijk op drie fronten actief zijn . Toen hebben we de kapsalon verkocht en zijn we tenslotte in Delft terecht gekomen , centraal bij alle uitvalswegen en in een pand dat door mijn man zelf ontwikkeld was .’
Het grote verdriet En dan slaat het noodlot toe . ‘ Kort voor de opening zei mijn man : Karin , waarom hebben wij een pand laten bouwen zonder deuren ? Ik dacht : wat zegt ie nou ? Het pand was puntgaaf met juist heel véél deuren . Totdat bleek dat dit de eerste symptomen van zijn ziekte waren . Kort daarop is hij aan de gevolgen van een hersentumor overleden . Dat was een knauw hoor …’
Levensgrote besluiten In de malheur die volgt , neemt Karin een paar besluiten . Het eerste is het meest gedurfde : ze besluit Rojo voort te zetten . En het tweede wordt bijna origineel : ze stelt als eigenaar een beslissende directeur aan en gaat zelf in een ondergeschikte rol op tournee langs alle facetten van het bedrijf . ‘ Ik ging niet minder werken , nee , zelfs 70 uur per week . Ik deed transportplanning , de facturering , ook de werkplanning . En ik heb meegekeken over de schouders van de tekenaars , die we pas toen in dienst namen . Iedereen ging ook op cursus . Zelf heb ik óók mijn steigerbouwdiploma ’ s gehaald . Ik wilde gewoon voelen hoe het was om met die buizen op m ’ n nek te lopen . Als jongens vroeger zeiden : de materialen liggen veel te ver van de plek af , dan dacht ik : zeur niet . Maar vanaf het moment dat ik zelf moest gaan tillen , dacht ik daar wel anders over .'
‘ Karin , nu kan je het alléén ’ Van de hele periode heb ik ontzettend veel geleerd en toen de zaak op de rails was en mijn directeur zei : Karin , nu kan je het alléén , toen kon ik het ook alléén . Met zijn steun was een bedrijf neergezet met een waanzinnig goed fundament . En nu vorm ik samen met Fred Enterman de directie en bereiden we gezamenlijk Rojo Steigerbouw door middel van het businessplan Rojo 2020 voor op de volgende mooie toekomst .’
TEKST : JAN D . SWART | FOTOGRAFIE : FERDY COLLEWIJN