FIB NR1 2016 | Page 95

DE STAD Levensverzekeringsbank (de mannen in de zwart leren jekkers met de goedkope overlijdenspolissen) en De Arbeiderspers met krant en boeken. Allemaal eredivisie, één voor één in december al landskampioen. Elk jaar. In die furore heit men in november 1954 aan de Slaak de eerste palen de grond in voor een modern, stijlvol gebouw dat de tweede trots van de Rode Burcht moet worden. De eerste staat aan het Hekelveld in Amsterdam, waar de directie resideert (auto met chauffeur) en verder de crème de la crème van de journalistiek die zich per taxi naar belangrijke evenementen mag laten vervoeren. Ook binnen het socialisme is niet iedereen gelijk. Op de grens tussen Kralingen en het centrum van de stad bouwt de Arbeiderspers een kolossaal pand op de oorlogsruïnes van het dagblad De Voorwaarts uit 1920. De heipalen voor de bouw van het door de architect Jo Vegter ontworpen krantengebouw worden aangereden door de familie Everse, overwegend communisten. De voetbalinternational Jan Everse is de bekendste. Zijn vader is een broer van de moeder van Coen Moulijn. Ook dat is een detail, maar Rotterdam is een dorp en het vermoeden dat de havenstad uit uitsluitend sociaaldemocraten bestaat is onjuist. Er zijn er die nog veel linkser zijn. Toch houdt die vrijage met het communisme in 1956 plotseling op als Het Vrije Volk een jongehonderige verslaggever naar Hongarije stuurt nadat de Russen de straten van Budapest zijn binnen gereden. De oorlogsartikelen van de dan 34-jarige Theo M. Eerdmans worden een nieuwe circulaire waarheid over het werkelijke communisme waarvan Nederland eerder geen wetenschap heeft. Eerdmans werkt op de landelijke redactie in Amsterdam, maar is een Rotterdammer uit Spangen. Als hij uit Hongarije terugkeert, wordt hij op Schiphol door zijn redactie en zijn hoofdredacteur als een held binnengehaald. In Rotterdam draaien de persen aan de Slaak dan alweer ruim een half jaar. Het gebouw is een juweel met een betonnen parasolvormige luifel, expressief vorm gegeven 93