FIB NR1 2016 | Page 123

TOP IN TOWN KUNST TENT ontdekt Charlie van Rest opnieuw CHARLIE VAN REST TIJDENS ZIJN DANKWOORD NA DE UITREIKING VAN DE CHABOTPRIJS. 'Hier ben ik gelukkig', zegt Charlie van Rest (1949, Djakarta) in de cockpit, zoals hij zijn geluidsstudio in het Lloydskwartier noemt. Tussen schermen, toetsenborden en speakers arrangeert hij daar muziek en geluid bij videoprojecten van kunstenaars. In de beeldende kunst werd hij veertig jaar geleden beschouwd als een natuurtalent. Maar dat is een gepasseerd station. In 2000 zette hij een streep onder die carrière. Een jarenlange ernstige ziekte, die hij uiteindelijk overwon, dwong hem afscheid te nemen van het beeldend kunstenaarschap en vooral de daaruit voortvloeiende druk. 'Ik wilde voortaan alleen nog maar leuke dingen doen.' CHARLIE VAN REST: ‘EARTH-MAN’, 1971, TIN, LOOD; OVERHEMD IN ARROW-STIJL. Maar de beeldende kunst heeft hem niet uit het oog verloren. In TENT, Witte de Withstraat 50, worden van 23 april tot 3 juli werken getoond waarvoor hij in de jaren jaren zeventig, tachtig en negentig de handen op elkaar kreeg. De expositie maakt deel uit van een serie van vier tentoonstellingen van kunstenaars, die in die periode de aandacht trokken. Behalve Charlie zijn dat Paul Beckman (tot 15 april), Arie de Groot en Esma Yiğitoğlu. De tentoonstellingen worden samengesteld door Noor Mertens, curator van museum Boijmans van Beuningen. BOOMCORSET CHARLIE VAN REST EN PAUL In juli 1971 ontmoette ik Charlie van Rest voor het eerst. In het Lijnbaancentrum leidde ik een communicatiecentrum voor de manifestatie ‘Sonsbeek buiten de perken’ van Wim Beeren in Arnhem. Het thema in Rotterdam was de natuur. In dat kader toonden wij een een boomcorset van Charlie. Natuur was in die tijd veel minder een item dan nu. In de kunst werd zij, met name in de Arte Povera, als een medium gebruikt, niet als een idealistisch doel. Het boomcorset paste in die stroming. Charlie van Rest was een ontdekkingsreiziger in het territorium van de kunst, met een hang naar het primitivisme. Daarbij maakte hij gebruik van allerlei technieken, die hij soms zelf ontwikkelde. Curieus is de wijze waarop hij met stof werkte en het gedrag van stofdeeltjes en neerslag van roet integreerde in kunstwerken. Dat resulteerde na een jaar of vier experimenteren in het procédé Ionfot. Tegen Renée Steenbergen zegt hij in de catalogus bij zijn expositie Hypodroom in Boijmans in 1991: ‘Ik kan met deze technieken uitwerken wat me altijd al heeft bezig gehouden, het zichtbaar maken van het onzichtbare. Ik probeer op mijn manier het oer-raadsel op te lossen, het mysterie waar we vandaan komen, wat we hier doen en waar we naartoe gaan.’ In 1992 kreeg hij de Chabotprijs. Iedereen dacht toen dat een internationale doorbraak niet lang op zich liet wachten. Het heeft niet zo mogen zijn. Ziekte verhinderde dat. Maar een ontdekkingsreiziger is hij nog steeds. In zijn cockpit blijft hij op zoek naar nieuw geluid. BECKMAN: ‘THE RETURN OF COLONEL BOGEY’, 1972, INSTALLATIE DE LANTAREN. ROTTERDAM, HOUT, TOUW, RAFFIA, MATRASSEN, LICHT EN GELUID, 25 X 10 X 4 METER. CHARLIE VAN REST: BOOMCORSET, 1989/90, JUTE TEKST: JAN DONIA 121