99
JAN D. SWART
De brief van Van Gaal
2
Jan D. Swart is oud-journalist
Johan Derksen en ik hebben zojuist de laatste letters geschreven van deel II van
het veel te dikke boek over Kanjers, Culthelden en Engnekken, dat binnenkort in
de winkels ligt en waarvan wij de opbrengst graag ter beschikking stellen aan
Stichting Hartekind. We portretteren 54 Bekende Nederlanders, omdat de
eerste 46 van onze favoriete honderd al in deel I zijn gepasseerd. Gemist? Snel
even bestellen dan.
Bovendien nemen we u mee terug naar het geboortejaar van de BN’er. Dat is
1951, het jaar waarin de tv - en daarmee de ergernis - begint. Nu de wereld ten
oosten van ons in de brand staat en YouTube-filmpjes onthoofdingen in Irak
laten zien waar je maag van omdraait, wordt per dag het verlangen groter naar
de tijd dat we nog onwetend één keer per week in de teil gingen. Het warme
water werd voor vijf cent per emmer gekocht. In het gunstigste geval stond de
teil thuis in de keuken, bij pech ’s winters in de tuin. Het reinigen ging in een
strak tempo. Het schone water was voor je vader. Moeder mocht als tweede en
zodra het water vuil en koud was, volgden wij. Iets meer gefortuneerde gezinnen
maakten één keer per week gebruik van het badhuis. Tien minuten douchen
voor een dubbeltje. De fiets was op de groei. Op de pedalen zaten blokken. Om
aan te sterken, kregen kinderen per dag één lepel levertraan en als ze dan nog
niet wilden vreten, knipten of pelden chirurgen hun amandelen.
Op vrijwel alle deuren paste één loper. Bovendien hingen er overdag touwtjes
uit de brievenbus, want er viel bij niemand iets te stelen. In de volksstraten zag
men alleen de kar van de melkboer, die door een paard werd voortgetrokken.
Een gezin met een auto was een bezienswaardigheid en wie een auto had, was
de engnek van die tijd. Een pakje sigaretten kostte vijfentwintig cent. De
huiskamerkast werd het dressoir genoemd. Daarin lagen de fotoalbums en
verder de verzekeringen, mocht er iemand onverwacht de pijp uitgaan.
Een armoedige maar onbezorgde tijd. Er werd nog lachen. Nu is dat op de bon.
Voor het echte lachen, broek op de enkels, zijn we in Nederland aangewezen op
Youp van ‘t Hek, Jochem Myjer, Brigitte Kaandorp en Bert Visscher, maar dat is
één keer per twee jaar per persoon. De rest is bullshit. Om de haverklap die
schijtlolligheid van Jandino. Ben ik in beeld? Ja, je bent in beeld. Altijd MarcMarie Huijbregts en Claudia de Breij. Altijd Freek de Jonge; zelfs over voetbal
vraagt men klakkeloos serieus