74
RENES OPENT NIEUW PAND VOOR ARCHIEFVERNIETIGING
Alleskunner
in afval
Ooit, in 1953, begon het allemaal met het ophalen van een
paar dozen. In de loop der jaren zagen de jongetjes Willem
en Erik Renes hoe hun vader zich ontwikkelde tot dozen-,
oud papier-, en lorrenboer ineen. Die jongetjes zijn
inmiddels mannen geworden. En onder hun leiding is het
familiebedrijf ontwikkeld tot een recyclingbedrijf dat zich
bezighoudt met nagenoeg alle soorten afvalverwerking. En
dat gaat zo goed dat Renes onlangs een nieuwe loods
opende. Speciaal voor de archiefvernietiging.
Wie Erik en Willem Renes een beetje kent, zal het beamen: de
mannen zijn de belichaming van Hollandse nuchterheid en het
Rotterdamse niet lullen maar poetsen. Zonder er groots over te
doen, leiden de mannen een bedrijf dat zich in de loop der jaren
heeft ontwikkeld tot één van de grotere recyclingbedrijven van de
regio Rijnmond. Maar als de mannen een rondleiding geven door
hun splinternieuwe loods, die speciaal is gebouwd voor de
archiefvernietiging, lijkt er toch een soort van trots van de broers af
te stralen. ‘Dit is de toekomst van archiefvernietiging’, zegt Willem
Renes, terwijl hij de grote ruimte in staart. ‘En die hebben wij hier al
klaar.’
De toekomst waar Willem Renes op doelt, is een ruimte met daarin
een gigantische balenpers. Tot zover niets nieuws. Wat wel nieuw
is, is dat de ruimte zo goed afgesloten is dat -ie niet onderdoet voor
een kluis. ‘Als wij archiefstukken of harde schijven krijgen aangeleverd, zijn dat vaak vertrouwelijke stukken’, zegt Erik Renes.
‘Daarom hebben we deze afgesloten en beveiligde ruimte laten
bouwen, volledig volgens de CA+-certificering. Slechts een aantal
mensen heeft middels pasjes rechtstreeks toegang tot de loods.
Wie geen pas heeft, moet zich eerst buiten melden. Eenmaal binnen
moet eerst nog een hekwerk gepasseerd worden en om bij de
balenpers te komen, moet nog eens een elektrisch schuifhek van
twee bij drie meter worden geopend. Pas dan ben je in het heilige
der heiligen, zegt Erik met een knipoog.
VERTROUWEN
Uiteraard waren archiefstukken ook in het verleden al in goede
handen bij Renes, maar het nieuwe pand draagt volgens de broers
bij aan een nog groter vertrouwen van de klant richting hun bedrijf.
‘Ook in het vorige pand vernietigden we archiefstukken volgens
alle benodigde certificeringen’, zegt Willem Renes. ‘Maar op een
gegeven moment dachten we: “Wat we doen, doen we goed, maar
het mag ook wat uitstraling krijgen”. In het nieuwe pand kunnen we
nu met alle plezier klanten rondleiden om eens te laten zien hoe het
vernietigen in zijn werk gaat. Uitleggen dat alles computergestuurd
is en er nauwelijks meer handen aan te pas te komen. Dat we harde
schijven en software vernietigen in een speciaal daarvoor gemaakte ruimte. En dat van de vertrouwelijke stukken die men laat
vernietigen balen worden gedrukt, waar later mensen hun neus in
snuiten of hun mond mee afvegen in een restaurant. Daarbij
groeide onze archiefvernietigingstak zo hard dat een nieuw pand
geen overbodige luxe was. En als we het dan toch doen, dan maar
meteen ongeëvenaard goed. Want ik weet zeker dat er van dit
soort beveiligde loodsen voor archiefvernietiging geen twee in
Nederland zijn.’
'Van dit soort beveiligde
loodsen zijn er geen
twee in Nederland'
Het gaat dus uitstekend met de archiefvernietiging van Renes. En
dan te bedenken dat de bedrijfstak uit nood geboren is. Het
Rotterdamse bedrijf hield zich in het verleden veel bezig met het
ophalen van oud papier bij gemeentelijke instanties. Toen werd
besloten dat de AVR, het afvalverwerkingsbedrijf dat werd
opgericht door 23 Rijnmond-gemeenten, zelf het oud papier bij de
gemeenten ging inzamelen, stond Renes voor een keuze: doorgaan
als een klein radertje in het geheel of kiezen voor een andere koers.
‘We kozen voor het laatste’, zegt Erik Renes. ‘En die koers was de
archiefvernietiging. Helemaal nieuw voor ons, maar als wij iets
doen, willen we het ook goed doen. Dus we hebben onze schouders
eronder gezet en werden zo het tweede bedrijf in Nederland dat
gecertificeerd was om archiefmateriaal te vernietigen. Sindsdien
kwam eigenlijk alles in een stroomversnelling. We kregen steeds
meer aanvragen voor steeds meer en verschillende soorten afval.
Van onze vader hebben we geleerd om nooit ergens “nee” tegen te
zeggen, dus gingen we altijd op zoek naar een oplossing. Vind je die
oplossing, dan moet je die ook durven uitvoeren. Het werk dat wij