FIB 30 JAAR ONLINE FIB NR3 2017 | Page 11

9 Het was een uniek cadeau voor het 30-jarig jubileum van Friends in Business: de samenkomst van de drie burgemeesters van Rotterdam. Bram Peper, Ivo Opstelten en Ahmed Aboutaleb ontvingen ons in hun burgemeesterskamer in het Rotterdamse stadhuis. Ivo Opstelten (31 januari 1944, burgemeester van Rotterdam van 1999 tot en met 2008) arriveert als eerste. Net terug van een educatieve reis naar Rusland. Met de boot van Sint Petersburg naar Moskou. ‘Wel in aangenaam gezelschap natuurlijk, want dat kies ik zelf uit.’ Elke dag was er een college van journalist/schrijver Alexander Münninghoff. ‘Ik had me nooit gerealiseerd dat de economie van Rusland feitelijk kleiner is dan die van de staat California. En ik hoorde hoe Leonid Breznjev (leider van de Sovjet­Unie van 1964 tot 1982) zijn volk het communisme uitlegde: als jullie net doen of jullie werken, dan doe ik net of ik jullie betaal.’ Dan maakt Bram Peper (13 februari 1940, burgemeester van Rotterdam van 1982 tot en met 1998) zijn entree. Een totaal mislukte knieoperatie, een aantal jaren geleden, eist z’n tol. De man die ooit als semi­professioneel voetballer met gemak twintig goals per seizoen maakte op Eerste Divisie­niveau, loopt moeilijk en is zijn basisconditie kwijt. ‘Vanmorgen was ik nog bij de cardioloog voor een routinecheck. Hij zei dat het allemaal prima was, maar zo voelt het niet altijd hoor!’ Ahmed Aboutaleb (29 augustus 1961, burgemeester van Rotterdam sinds 2009) heet zijn beide voorgangers welkom. De ontspannen hartelijkheid tussen de drie mannen valt het meest op. Ook tussen Peper en Opstelten, die toch een fl inke juridische knokpartij achter de rug hebben. Handdruk met de stad In de burgemeesterskamer blijkt er weinig veranderd. Een zeldzame combinatie van historische grandeur en alledaagse soberheid. En hoe extreem verschillend deze burgemeesters ook zijn, tóch kenmerkt dat hen alle drie. De kamer op zich levert niemand grote gevoelens op. ‘Een plezierige kamer om in te werken’, luidt het nuchtere commentaar van Peper, die hier toch ruim zestien jaar lang hoge pieken en diepe dalen moet hebben ervaren. Opstelten ziet zichzelf weer staan in de piepkleine serre met uitzicht op de Coolsingel en het Stadhuisplein. ‘Daar begon ik elke morgen om 08.00 uur. Met een rituele handshake met de stad. En dan aan het werk! Ik had wel een fi jnere werktafel, zonder laatjes. Daar houd ik niet van. Maar ja, als jij graag laatjes wil…’, zegt hij tegen zijn opvolger. Het stadion ‘Zijn jullie ooit zó dicht bij elkaar geweest als nu?’, luidt onze openings­ vraag. ‘Je bedoelt letterlijk?’, vraagt Peper, bij wie de ironie nooit ver weg is. ‘Een paar keer’