Feestdagen Special | Page 3

24 DECEMBER 1971 Tijdens Kerstmis zijn we allen Wijzen. . In de supermarkten modder en gedrang. Lekkernijen voor verlaagde prijzen leiden tot een aanval op de toonbank van mensen zeulend met cadeaus: traditioneel is men zo zijn eigen koning en kameel. Dat Hij nadert, viert men beden overal; daarvoor schuiven ze nu stoelen aan. Goed, er mag dan geen behoefte zijn aan stal, ster of kribbe, bij veel mensen is stilaan iets wat lijkt op goede wil ontloken, en de herders hebben vuren aangestoken. Plastic tassen, dozen, groot en klein, Sneeuw; de schoorsteenpijpen op de daken weggetrokken dassen, scheve petten. schallen. Elk gezicht een vlek. Herodes drinkt. 't Ruikt naar wodka, mandarijnen, tijm, naalden, vis, kaneel en goudrenetten. Chaos, en de weg naar Bethlehem is door sneeuwval tijdelijk gestremd. De bezorgers van bescheiden giften Vrouwen stoppen baby's weg en waken. Wie er komt - een raadsel, zijn signalement onbekend, dus onze harten zouden Hem wel voor een ander kunnen houden. Maar als in een tochtvlaag bij de deur springen trams en bussen binnen, bonken uit de dikke nachtmist een gedaante op de deuren, schieten weg in liften, met een hoofddoek zichtbaar wordt, ook al is het leeg in de spelonken: bespeur je diep in jezelf en zonder beest noch kribbe, en ook Zij ontbreekt schaamte 't Kindje Jezus en de Heilige Geest. boven Wie een gouden lichtkrans zweeft. En ver aan de hemel zie je plotseling een ster. Leegte. Maar zodra je daarbij stilstaat, – Jospeh Brodsky doemt vanuit het niets opeens een licht. En hoe krachtiger Herodes toeslaat, des te stelliger het wonder wordt verricht. De bestendigheid van dit verband is wat de vaste basis vormt van Kerstmis. uit de bundel: ‘KERSTGEDICHTEN’ Bron: Chanel 03