De Gracieuse 20 February 1867

Inhoud: Afb. No. 1―6. Verschillende coiffuren (haarkapsels). ― 7―17. Verschillende strikken als garnituur voorkleedjes, blousen enz. (met knippatr.) ― 18―33. Lingeriën (met knippatr.). ― 34. Gehaakt

tusschenzetsel ter versiering van lingeriën. ― 35. Gehaakte kant ter versiering van lingeriën. ― 36. Rozet van frivolité. ― 37 en 38. Rozet van kantsteken. ― 39 en 40. Ruit van kantsteken. ― 41. Gehaakte

ruit. ― 42. Jaquette van zwart fluweel (met knippatr.). ― 43. Blouse van zwart en rood grosgrain (met knippatr.). ― 44. Wijde jaquette voor knapen van 8―10 jaar (met knippatr.). ― 45 en 48. Mutsje “Carina”

(met knippatr.). ― 46. Mutsje “Maria Stuart” (met knippatr.). ― 47. Mutsje “Marguerie” (met knippatr.). ― 49. Gehaakt tusschenzetsel. ― 50. Gehaakte kant. ― 51. Onderkous. Breiwerk. ― 52. Ondermouw. Brei-

werk. ― 53. Breipatroon voor dekens. ― 54. Breipatroon voor rijtuig- en wiegedekens. ― 55. Nauwtoeloopend kleedje voor meisjes van 14―16 jaar (met knippatr.). ― 56―64. Ruit in geknoopte guipure. ― 65. Col-

lier van paars fluweel. ― 66―69. Colliers van fluweelen lint en kralen. ― 70. Ka-

pervormig hoedje.

Inhoud van het Supplement: De knippatronen bij de afbeeldingen No. 9,

18―33, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 55. ― 83. Borduurpatronen.

.

Prijs per 3 m. met album ƒ 2,175. (5e JAARGANG).

Einde van de beschrijving in het vorige nummer.

Verschillende soorten van hielen en toonen voor

het breien van kousen.

Afbeelding No. 56―60. In het vorige nummer.

Wij laten thans de beschrijving volgen van de afbeeldingen van hielen en

toonen van kousen in het vorige nummer gegeven.

Hielen voor kousen.

De hiel voor de kous, afb. No. 56, die, eens zoo lang als een gewone

hiel en tot over den enkel reiken moet, zit zeer goed en is bijzonder duurzaam. Aan ons model, dat met 6 draads breikatoen No. 6 (Estramadura) is uitgevoerd, heeft het bovengedeelte van de kous, van het opzetsel (190 steken) af tot aan den hiel, 32 d. lengte. Als de steken van de kous in een gelijk getal op 4 naalden zijn

verdeeld, dan breit men met de helft van deze steken volgens het model 100 toe-ren op de bekende wijze, gedurig heen en teruggaande 1 toer recht, 1 toer ave-recht, ook worden de reeds begonnen minderingen in elken 6. toer aan beide zijden van het naadje aan het bovengedeelte van de kous, bij den hiel tot aan den

20 Februari 1867.

(SUPPL. No. 5). Prijs per 3 maanden ƒ 1,275.

van den hiel te zamen wordt gebreid, dan 1 toer recht in de rondte over al de steken van de kous; deze 12 toeren worden nog driemaal herhaald, in elken eer-sten toer hiervan, die op den toer die in de rondte gebreid wordt volgt, breit men den laatsten steek van het voorblad twee kantsteken van den hiel te

zamen. Ook mindert men in deze 48 toeren aan beide zijden van het voorblad na

elken 11. Toer, op 3 steken afstand van den eersten en laatsten steek; deze min-dering moet bij het voortzetten van de kous op dezelfde wijze nog 2 of 3 maal herhaald worden. Men werkt van nu af gedurig in de rondte over het geheele

getal steken en breit daarbij telkens na een toer zonder minderen er tusschen, den eersten en laatsten steek van het voorblad met een steek van den kantsteek van

den hiel te zamen, totdat de kous op de vereischte wijdte is afgeminderd.

De hiel, afb. No. 57, wordt evenals een gewone hiel 1 toer recht, 1 toer ave-

recht, dus heen en weder gebreid, en onderscheidt zich alleen door den kleinen hiel; de uitvoering van dezen geschiedt als volgt: aangenomen, dat de geheele hiel 61 steken en 52 toeren vereischt, dan begint men den kleinen hiel in den 40. recht te breien toer, daar men 14 steken breit, den 15. en 16. steek te zamen breit, insgelijks ook de beide steken voor het naadje, dan de beide eerste en den 15. en 16. steek na het naadje. De volgende toer wordt geheel averecht zonder

No. 3. Haarkapsel. Voorzijde.

49. toer regelmatig voortgezet, in den 72., 78. en 85. toer van den hiel meerdert men weder aan beide zijden van het naadje 1 steek. Nu voert men insgelijks in heen- en teruggaande toeren den kleinen hiel uit als volgt: in den 101. toer breit men 7 steken na het naadje, den 8. st. afh., omsl., dan

het werk omkeeren, den 1. st. afh., dit zelfde verricht men nog eens aan de andere zijde van het naadje, dan herhaalt men het nog 12 maal aan beide zijden van het naadje, doch de af te halen steek moet bij elken toer telkens 1 steek meer vooruitkomen; de omslagdraad moet den afgehaalden steek om-spannen. De nog overige steken worden aldus gebruikt, daar men bij elken volgenden toer 1 hiervan met den laatsten steek van den kleinen hiel te za-men breit. Daarna neemt men de kantsteken van den hiel volgens de bekende

wijze op en breit den 2 toeren recht over het geheele getal steken van de

kous; in den 1. van deze toeren breit men al de kantstek. verdraaid af en na elken 4. kantst. meerdert men 1 steek. Nu werkt men alleen met de steken van het voorblad heen en weder 11

toeren, waarbij de laatste steek van elken toer met een van de kantsteken

No. 5. Balcoiffure. Voorzijde.

No. 6. Balcoiffure. Achterzijde.

No. 4. Haarkapsel. Achterzijde.

No. 2. Coiffure “Platane.” Op zijde gezien.

No. 1. Coiffure “Platane.” Voorzijde