De Gracieuse 19 September 1865

Prijs per 3 m. met album ƒ 2,175. (3e JAARGANG).

Voorzijde van het Supplement. Beschrijving der knippatronen en verklaring der teekens. No. 1. Nauwtoeloopende onderrok. Fig. 1. Voorbaan, 2. Zijbaan, 3. Achterbaan, 4. Helft van het

boord. 2. Nachtjak voor dames met revers. Fig. 5. Voorstuk, 6. Revers, 7. Helft v. d. rug, 8. Helft v. d. mouw, 9. Manchette 3. Nachtjak voor dames met een gepijpt strookje. Fig. 10.

Helft v. d. kraag, 11. Helft v. h. halsboordje, 12. Mouw, 13. Helft v. d. manchette, 4. Kinder Draagmantel van wit cachemir. Fig. 14. Helft v. d. mantel met capuchon. Keerzijde. 5. Eenvou-

dige japon voor dames. Fig. 15a. Voorstuk (bovenstof), 15b. Voorstuk (voering), 16. Zijpand, 17. Helft v. d. rug, 18. Mouw, 19. Manchette, 6. Jaquette bij een costuum voor

meisjes van 10―12 jaar. Fig. 20. Voorstuk 21. Zijpand, 22. Helft v. d. rug, 23. Helft v. d. kraag, 24. Mouw, 25. Revers v. d. mouw. 7. Lijfje met bretellen bij een costuum voor meisjes

van 9―11 jaar. Fig. 26. Voorstuk met écharpe, 27. Helft v. d. rug met écharpe, 28. Gedeelte v. d. ceintuur, 8. Nachtmuts voor dames. Fig. 29. Helft v. d. bodem, 30. Helft v. h. boordje. 9. Patroon

voor een cachemiren doek. Fig. 31. Patroon. 10. Handdoekenrekje. Fig. 32. Patroon v. d. lijst om den spiegel, 33. Patroon v. d. rand v. voren. Borduurpatroon: Fig. 1. Jurk v. een

kind v. 1―3 jaar. 2. Pelerine, 3. Rand v. d. rok, 4. Strookje v. d. mouw. 5. Rand, soutache en point oriental. 6 en 7. Kindermutsje. 8 en 9. Kraag en manchette. 10. Kinderboezelaar. 11. Geplooid lijfje, 12. Rand, 13. Schawl. 14―16. Kinder-

schoen. 17―19. Randen voor rokken, rand 17 point oriental; bij rand 18 wordt tusschen het soutache randje en den zoom een geplooide reep gevoegd; rand 19 soutache met kralen. 20. Hoek voor een zakdoek. Naamcijfers en alphabet.

Costuum voor meisjes van 9―13 jaar.

Afb. No. 1―4. Knippatr. van het jaquetje Afb. No. 2 en 3 keerz.

v. h. Supplem. No. VI. Fig. 20―25. Knippatr. van het

lijfje Afb. No. 4 keerz. v. h. Supplem. No. VII.

Fig. 26―28.

Welk eene onschuldige vrolijkheid is er op het gelaat van deze

lieve meisjes te lezen die te zamen een rondje dansen, en wat zijn zij

hoewel zelve hiervan onbewust, gracieuse in hare bewegingen! De mode heeft waarlijk nog al geen zware taak te vervullen als zij geroepen wordt om zulke lieve wezentjes als op de hiernevensgaande gravure

zijn voorgesteld, die al het bevallige aan

de jeugd eigen, in zoo ruime mate in

zich vereenigen, smaakvol te kleeden.

Afbeelding No. 1. Costuum voor

meisjes van 11―13 jaar. Dit bestaat uit

een kleedje van lilas toile de laine, rondom den buitenrand met diepe, met zwart zijden veterband geboorde puntjes

voorzien; tusschen de insnijding van deze punten komt een reep taf

van eene donkerder nuance te voorschijn, terwijl elke punt met een

witten kogelvormigen knoop is versierd; soortgelijke punten die gedeel-

telijk even als een revers teruggeslagen en met eene eenigszins donker-

der nuance gevoerd zijn, bootsen aan de voorzijde eene soort tuniek

na. Het nauwsluitende jaquetje van dezelfde stof, is met een schoot

eveneens met schelpen uitgesneden voorzien. De mouwen en ook het

hoekige uitsnijdsel van den hals hebben hetzelfde gepunte garnituur

in den vorm van een revers. De snede van het jaquetje is wat de

hoofdzaak betreft dezelfde als die van de afbeeldingen No. 2 en 3;

men zal het dus gemakkelijk naar de knippatronen die wij voor die

kleedjes geven, met inachtneming van de hierboven gemelde afwij-

kingen kunnen vervaardigen. Het costuum wordt voltooid met een

deelte van de mouw letten. De kraag wordt naar Fig. 23 en de

rug naar Fig. 22 aaneen geknipt, de laatste echter alleen uit bo-

venstof. In de voering van den rug legt men in het midden langs

de geheele lengte om hem beter sluitend te maken, een naad of wel

een vouw. Nadat men in de voorstukken de borstplooien heeft ge-

naaid en de rand van voren met een reep van de bovenstof 5 duim breed is voorzien, zet men de verschillende gedeelten van de taille

en ook den kraag volgens de overeenstemmende letters op de knip-patronen aan elkaar, boort de randen met den schuinen reep en

hecht langs de naden korte dunne baleintjes. De mouw wordt van

V tot W en van X tot Y aan elkaar genaaid, dan met den revers

die in de rondte is geboord voorzien en in

het armsgat gezet, waarbij Y op de zelf-

de letter van het voorstuk moet vallen. Eindelijk hecht men onder elk der insnij-dingen van de twee groote schelpen van den schoot 3 lussen van blauw taffen lint van afnemende lengte en zet ook op de voorstukken naar aanwijzing van Fig. 20

eveneens blauw lussen die er elk met een knoop opgenaaid en met

de twee voorste knoopen van het rechter voorstuk worden toege-

knoopt. Bij dit costuum behoort een hoedje van grijs gevloch-

ten stroo met fluweel lint van dezelfde kleur en eene touffe blauwe

vederen.

Afbeelding No. 4. Costuum voor meisjes van 9―11 jaar. Rok

van wit popeline met smalle bruine strepen, aan den rand van on-

deren met een breeden reep dunne taf geboord en aldaar aan beide zijden met drie insnijdingen in den vorm van ruiten voorzien, waar-

van het gedeelte van de stof dat aan twee zijden los is met bruine

taf gevoerd, een soort van lus vormt die naar boven toe is omge-

slagen en met twee sierlijke rozetten van bruine taf met witte ko-

gelvormige knoopen op den rok is vastgehecht. Hierbij eene witte

19 September 1865.

(SUPPL. No. 18). Prijs per 3 maanden ƒ 1,275.

hoed van italiaansch stroo, met wit lint en veldbloemen ge-

garneerd.

Afbeelding No. 2 en 3. Costuum voor meisjes van 10

tot 12 jaar. Kleedje benevens jaquetje van lichtgrijs alpacca;

het eerste is in de rondte in kleine schelpen uitgesneden en op regelmatigen afstand met ronde geschelpte pattes een weinig op-

genomen, eene soortgelijke patte met korte lussen lint, vormt

aan de linkerzijde van den rook een zakje. De buitenrand en de pattes zijn met smalle schuine reepen van blauwe zijde geboord,

de laatsten met knoopen met blauw taf overtrokken versierd.

De rok wordt van boven afgesloten door een blauw zijden cein-tuur met een gesp. Het jaquetje op dezelfde wijze als de rok gegarneerd is met een schoot, en de korte afgeronde voorstuk-

ken met een shawlvormig kraagje versierd, en wordt met knoo-

pen en lussen gesloten, zoodat er een wit onderchemiset onder tevoorschijn komt. Tusschen elk der insnijdingen van de groote schelpen van den schoot is eene touffe van blauw taffen strik-

ken aangebracht. De fig. 20―25 geven de helft van het ja-

quetje. Men moet naar elk der figuren 20, 21 en 25 uit bo-

venstof en uit voering twee gelijke stukken knippen, voor elke mouw naar Fig. 24 evenzoo twee gedeelten en bij de laatste op den voorgeteekenden afwijkenden vorm voor het onderste ge-

No. 1. Costuum voor meisjes van 11―13 jaar.

No. 2 en 3. Costuum voor meisjes van 10―12 jaar.

Knippatr. v. d. jaquette. Keerz. v. h. Supplem. No. VI. Fig. 20―25.

No. 4. Costuum voor meisjes van 9―11 jaar.

Knippatr. v. d. lijfje. Keerz. v. h. Supplem. No. VII. Fig. 26―28.