De Gracieuse 14 November 1865 | Page 9

38ste toer. 1 afh., 1 meerd., 8 r., omsl., mind., omsl., mind., 4 r., omsl.,

mind., 3 r., mind., omsl., 8 r., omsl., mind., 1 r.

40ste toer. 1 afh., 1 meerd., 2 r., mind., 2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 1 r., mind., omsl., 1 r., mind., 2

maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 1 r.

42ste toer. 1 afh., 1 meerd., 12 r., omsl., mind., omsl., mind., 4 r.,

omsl., 3 te zam., omsl., 10 r., omsl., mind., 1 r.

44ste toer. 1 afh., 2 r., mind., 2 maal omsl., mind., nog eens mind., 2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., omsl., mind., 4 r., omsl., mind., nog eens mind., 2 maal omsl., mind., nog eens mind., 2 maal omsl., mind., 2 r.,

omsl., mind., 1 r.

46ste toer. 1 afh., mind., 10 r., mind., omsl., mind., omsl., 1 r., omsl.,

mind., 4 r., omsl., mind., 9 r., omsl., mind., 1 r.

48ste toer. 1 afh., mind., 1 r., mind., 2 maal omsl., mind., 3 r., mind., omsl., mind., omsl., 3 r., omsl., mind., 4 r., omsl., mind., nogmaals mind.,

2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 1 r.

50ste toer. 1 afh., mind., 6 r., mind., omsl., mind., omsl., 5 r., omsl.,

mind., 4 r., omsl., mind., 7 r., omsl., mind., 1 r.

52ste toer. 1 afh., mind., 4 r., mind., omsl., mind., omsl., 7 r., omsl.,

mind., 4 r., omsl., mind., nog eens mind., 2 maal omsl., mind., 2 r.,

omsl., mind., 1 r.

54ste toer. 1 afh.,

mind., 2 r., mind.,

omsl., mind.,

omsl., 1 r., omsl., mind., 3 r., mind., omsl., 1 r., omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 5 r., omsl.,

mind., 1 r.

56ste toer. 1 afh.,

mind., nog eens

mind., omsl.,

mind., omsl., 3 r., omsl., mind., 1 r., mind., omsl., 3 r., omsl., mind., 4 r.,

omsl., mind., 4 r.,

omsl., mind.,

1 r.

Van den 1sten

toer af wordt het patroon, tot dat de kant de vereischte

lengte heeft, herhaald en daarna los afgekant.

Mantel met pelerine voor meisjes van 4―6 jaar.

Afb. No. 53. Knippatr., keerz. v. h. Supplem. No. V, Fig. 24―28.

Bij het vervaardigen van dezen mantel met eene groote pelerine kun-

nen wij als de meest doelmatige stoffen cachemir, taf, reps, popeline enz.

aanraden, die met eene gewatteerde voering van mousseline of geglansd

katoen voorzien moeten worden. Ons model bestaat uit blauwe en wit ge-ruit tartan, en is gevoerd met eene dunne blauwe wollen stof, het garnituur uit in witte taf ingeregen koord, waarmede de mantel, de pelerine, de kleine kraag en de ceintuur om het middel geboord zijn. Indien men voor dit model stof van ééne kleur kiest, dan kan men de

pelerine en den kraag die niet gewatteerd worden, met veterband, pas-

sement, fluweelen lint of soutache garneeren; voor dit laatste vindt men een geschikt model op het knippatroon fig. 10. Voor het vervaardigen van dezen mantel heeft men 140 d. stof 130 d. breed noodig. De figuren

24―28 geven de helft van den mantel. Naar fig. 24 knipt men van voe-ring, watten en de bovenstof twee gedeelten, naar fig. 25 een gedeelte

aaneen langs de dunne lijn die het midden aangeeft, desgelijks voor elke

mouw naar fig. 26 twee stukken, waar-

van het onderste door het langs de afwij-

kende lijnen uit te snijden den vereisch-ten vorm verkrijgt. De fig. 27 en 28 worden alleen van bovenstof en voering geknipt, voor de eerste ― de pelerine ― twee stukken, de laatste den kraag aaneen. Eerst moet de voering met de watten worden doorgestikt, hierover

leze men de beschrijving bij den mantel “Johnson” op bladz. 200 van de vorige aflevering. Nu wordt de bovenstof op de voering geregen, en zet men de fig. 24 en 25 onder den arm van A tot B, op den

schouder van C tot D met een achter-

steeknaad aan elkaar, waarbij men twee

gedeelten van de bovenstof en een ge-

deelte voering vastnaait. Het andere

gedeelte voering wordt er nader-

hand, zóó dat de inslagen van

de naden er tusschen liggen,

op vastgezoomd. Behalve

aan het uitsnijdsel van

den hals wordt de man-

tel geheel in de rondte

met een ingeregen

koordje geboord en

de voering er tegen

gezoomd. Men zet

elke mouw, nadat

― zoo als van

zelf spreekt ―

de watten op

de voering

1 meerd., 6 r., omsl., mind., omsl., mind., 5 r., mind., omsl., 4 r., mind., omsl., 1 r., mind., 2 maal omsl., mind., 2 r., omsl., mind.,

1 r. (Van het 2 maal omsl. worden in den volgenden toer 2 steken,

namelijk 1 r. en 1 aver. gebreid).

10de toer. 1 afh., 1 meerd., 8 r., omsl., mind., omsl., mind., 3 r.,

mind., omsl., 4 r., mind., omsl., 8 r., omsl., mind., 1 r.

12de toer. 1 afh., 1 meerd., 2 r., mind., 2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., omsl., mind., 1 r., mind., omsl., 4 r., mind., omsl.,

1 r., mind., 2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 1 r.

14de toer. 1 afh., 1 meerd., 12 r., omsl., mind., omsl., 3 te zam.,

omsl., 4 r., mind., omsl., 10 r., omsl., mind., 1 r.

16de toer. 1 afh., 2 r., mind., 2 maal omsl., mind., nogmaals

mind., 2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., omsl., mind., 3 r., mind., omsl., 1 r., mind., 2 maal omsl., mind., nog eens mind., 2

maal omsl., mind., 2 r., omsl., mind., 1 r.

18de toer. 1 afh., mind., 10 r., mind., omsl., mind., omsl., 4 r.,

mind., omsl., 1 r., omsl., mind., 9 r., omsl., mind., 1 r.

20ste toer. 1 afh., mind., 1 r., mind., 2 maal omsl., mind., 3 r.,

mind., omsl., mind., omsl., 4 r., mind., omsl., 3 r., omsl., mind.,

nogmaals mind., 2 maal omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 1 r.

22ste toer. 1 afh., mind., 6 r., mind., omsl., mind., omsl., 4 r.,

mind., omsl., 5 r., omsl., mind., 7 r., omsl., mind., 1 r.

24ste toer. 1 afh., mind., 4 r., mind., omsl., mind., omsl., 4 r.,

mind., omsl., 7 r., omsl., mind., nog eens mind., 2 maal omsl.,

mind., 2 r., omsl., mind., 1 r.

26ste toer. 1 afh., mind., 2 r., mind., omsl., mind., omsl., 4 r.,

mind., omsl., 1 r., omsl., mind., 3 r., mind., omsl., 1 r., omsl.,

mind., 5 r., omsl., mind., 1 r.

28ste toer. 1 afh., mind., nog eens mind., omsl., mind., omsl.,

4 r., mind., omsl., 3 r., omsl., mind., 1 r., mind., omsl., 3 r., omsl.,

mind., 4 r., omsl., mind., 1 r.

30ste toer. 1 afh., mind., omsl., mind., omsl., 4 r., mind., om-

sl., 5 r., omsl., 3 te zam., omsl., 5 r., omsl., mind., 3 r.,

omsl., mind., 1 r.

32ste toer. 1 afh., 1 meerd., 2 r., omsl., mind., omsl.,

mind., 4 r., omsl., mind., 1 r., mind., omsl.,

3 r., omsl., mind., 1 r., mind., omsl., 5 r.,

omsl., mind., 1 r.

34ste toer. 1 afh., 1 meerd., 4 r.,

omsl., mind., omsl., mind., 4 r.,

omsl., 3 te zam., omsl., 5 r.,

omsl., 3 te zam., omsl., 6 r.,

omsl., mind., 1 r.

36ste toer. 1 afh., 1

meerd., 6 recht, omsl.,

mind., omsl., mind.,

4 r., omsl., mind., 5 r., mind., omsl.,

1 r., mind., 2

maal omsl., mind.,

2 r., omsl., mind., 1 r.

Eenvoudig jaquetje “Titania.”

Afb. No. 50 en 51. Knippatr., voorz. v. h. Suppl. No. II, Fig. 10―12.

Dit jaquetje is phantastisch genoeg om den naam te rechtvaardigen dien

wij het gaven, en ons aan de tooversprookjes aangaande de Elfen te herinne-

ren. Ons model is van wit mohair vervaardigd, met eene dun gewatteerde zijden voering voorzien, en krijgt iets bijzonder oorspronkelijks door het

garnituur, dat uit zes afzonderlijke écharpes van blauw cachemir die er op worden gelegd, bestaat. Elk dezer laatsten is 53 d. lang, 7 d. breed, en vormt aan het eind van onderen een vierkant van 19 d. Rondom den buiten-

rand van deze écharpes loopt zwarte kant 2 d. breed, waarvan de rechte

randen tegen elkaar aan gekeerd en met wit soutache belegd zijn, terwijl zij

bovendien aan de onderste hoeken met kemelsharen kwasten 15 d. lang zijn versierd. De eenvoudige en niet sluitende vorm van dit jaquetje met wijde open mouwen maakt het bijzonder geschikt om een eenvoudig wintercostuum te voltooien, en mocht het garnituur ― daar het jaquetje uitsluitend be-

stemd is om in huis gedragen te worden ― aan sommige dames wat al te in

’t oogvallend voorkomen, dan kunnen zij in plaats van de écharpes aan den

rand van onderen van het jaquetje, de versiering van soutache aanbrengen

die wij te dien ein-den op het knippa-

troon hebben

voorgeteekend.

Een ander garni-

tuur, bijv. van flu-weel, pluche, een zijden stof, of ge-

kleurd doorge-

stikt satijn, pas-

sement, een bor-duursel met den platten steek of

den point

russe is mede zeer goed te ge-

bruiken, en het ja-quetje zelve kan

uit dubbele stof,

molleton, fijn

flanel, wollen of zijden stof-fen, in het laatste geval,

dun gewat-

teerd, ver-

vaardigd worden. Wenscht men het na te maken, dan moet men uit de

gekozen stof naar elk der fig. 10 en 12 twee gelijke gedeelten knippen, bij het voorstuk fig. 10 rekent men op een omslag 2 d. breed voor den zoom aan den voorkant, naar fig. 11 een gedeelte aaneen, waarbij de dunne lijn op het knippatroon het midden aangeeft. Nadat er in de voor-

kanten van de voorstukken een zoom is gelegd, zet men den rug en de voorstukken aan de zijkanten van Q tot P, op den schouder van N tot O aan elkaar, legt in den buitenrand een smallen zoom of boort dien met veterband, en zoomt verder den onderkant van het armsgat van R tot S. Een schuine reep van de stof van het jaquetje 2 d. breed en met den visch-

graatsteek versierd, wordt om het uitsnijdsel van den hals gelegd en vormt tegelijkertijd een klein kraagje. Hierna legt men in de mouw fig. 12 drie plooien, door elk der kruisen op het daarnaast liggende punt te

hechten, zoomt den rand van onderen van de mouw en zet deze dan in het armsgat waarbij N op N van den schoudernaad moet vallen, en R en

S verder op dezelfde teekens van de voorstukken en den rug moeten slui-

ten. Het jaquetje wordt aan de voorzijde met koordlussen en groote

knoopen dicht gemaakt.

Gebreide kant voor tafelkleeden of spreien.

Afb. No. 52. Haakgaren en fijne stalen breinaalden.

De voor ons liggende kant, die van fijn of grof garen voor ver-schillende doeleinden gebezigd kan worden, begint men met een op-

zetsel van 32 steken.

1ste toer. 1 afb., 2 recht, omsl., mind., de overige steken worden recht gebreid. Als deze toer wor-den alle oneven toeren gewerkt, wij zullen deze dus niet meer be-

schrijven.

2de toer. 1 afh., mind., omsl., mind., omsl., 5 r., omsl., 3 te za-men breien, omsl., 5 r., omsl., mind., 4 r., omsl., mind., 3 r.,

omsl., mind., 1 r.

4de toer. 1 afh., 1 meerderen.

(Het meerderen geschiedt, door

de lus die tusschen de twee steken

ligt op te nemen en recht te

breien). 2 r., omsl., mind.,

omsl., mind., 1 r., mind.,

omsl., 3 r., omsl., mind., 1

r., mind., omsl., 4 r.,

mind., omsl., 5 r., omsl.,

mind., 1 r.

6de toer. 1 afh., 1

meerd., 4 r., omsl.,

mind., omsl., 3 te za-

men, omsl., 5 r., omsl., 3 te zamen,

omsl., 4 r., mind.,

omsl., 6 r., omsl.,

mind., 1 r.

8ste toer. 1 afh.,

No. 50 en 51. Eenvoudig jaquetje “Titania.”

Knippatroon, voorzijde van het Supplement No. II, Fig. 10―12.

No. 46. Gebreid jurkje voor kinderen van 1―3 jaar.

Bijvoegsel van de Gracieuse.

No. 47. Gehaakte rozet.

No. 48. Rozet van frivolité.

No. 49. Rond gehaakt mandje. Helft v. d. oorspr. grootte.

Achterzijde.

Voorzijde.