BNL 2017-Special Duurzame inzetbaarheid | Page 22

22 | BOUWENDNL | December 2017 | SPECIAL DUURZAME INZETBAARHEID Tekst | Jan Willem Kommer

REGIE OVER JE EIGEN GEZONDHEID

Vroeger was je gezond als je geen koorts had ,
niet in het gips zat . Tegenwoordig behelst het
veel meer ; gaat het om het vermogen om je
aan te passen en een eigen regie te voeren , in
het licht van de fysieke , emotionele en sociale
uitdagingen in het leven . Ga er maar aan staan
in een wereld die continu verandert ! Maar
gelukkig is het te leren .
Fitheid en fysieke gezondheid . Bij Pim Mulier noemen ze dat de scheerlijnen en tentstokken van het algehele welzijn . “ Staan die goed dan is het aanpassingsvermogen groter , voelen mensen zich meer in balans en neemt uitval en verzuim af ,” zegt Jeroen van Vilsteren . Hij is manager vitaliteit bij de organisatie die zich vanuit thuisbasis Papendal richt op het bevorderen van gezond gedrag van mensen en organisaties . “ Iedereen heeft vroeger wel geleerd dat je je tanden poetst voor het slapen gaan , maar niet iedereen heeft meegekregen wat gezond gedrag is ten aanzien van voeding , slapen , werk en dergelijke . Je eigen gezondheid sturen is ook niet iets wat iedereen zomaar kan , maar het is wel te leren . Daar helpen we bij , aan de hand van vijf thema ’ s : werkgedrag , lichaamsbeweging , herstel & ontspanning , voeding en slaap .”
" De branche zit om mensen te springen dus het is belangrijk om aantrekkelijk te zijn ."
NON-STOP TOPSPORT
Wát er precies nodig is om gezondheidsvaardigheid te verbeteren , is voor iedereen anders . En dat geldt niet alleen voor individuen , maar ook voor bedrijven of zelfs hele beroepsgroepen . Aandachtspunten voor kantoorpersoneel zijn bijvoorbeeld voldoende bewegen en niet altijd multitasken en ‘ aan staan ’ maar ook tijd nemen om te ontspannen . Voor uitvoerend personeel in de bouw en infra ligt het zwaartepunt meer bij bijvoorbeeld gezonde voeding , op tijd herstellen , fysiek sterk genoeg zijn . Jeroen van Vilsteren vergelijkt het fysiek zware werk met topsport . “ Maar topsporters zijn bijvoorbeeld niet heel de dag door actief , ze trainen twee of drie keer op een dag en nemen tussendoor voldoende rust om te herstellen . In de bouw gebeurt dat niet , daar heerst een cultuur van hard doorwerken en korte pauzes om zo vroeg mogelijk weer naar huis te kunnen .”
WILSKRACHT ALLEEN IS NIET GENOEG
Volgens de manager vitaliteit maakt die specifieke cultuur het ook nog eens moeilijk om dingen anders te doen . Mensen uit de uitvoering zeggen in individuele gesprekken wel dat ze niet verwachten het tempo en ritme tot hun pensioen te kunnen volhouden , maar ze vinden het moeilijk om dat op de bouw bespreekbaar te maken , is zijn ervaring . “ Dat staat de ‘ stoere cultuur ’ niet toe . En dat is jammer want in je eentje tegen de stroom in gezond gedrag gaan vertonen , lukt doorgaans niet . Dan komt het immers aan op wilskracht en discipline en dat is een spier die snel vermoeid raakt .” Veel kansrijker is het om een beweging op gang te brengen die er voor zorgt dat de gezonde keuze de makkelijke keuze wordt . Pim Mulier begeleidt bedrijven daarin met een doordacht stappenplan . Dat begint bij het zoeken en vinden van de ‘ early adapters ’ binnen de organisatie , mensen die aanhaken bij de boodschap : ’ We moeten het met elkaar gezonder gaan doen , de duurzame inzetbaarheid hoger op agenda zetten ’. En die er in geïnteresseerd zijn om in kleine groepen van tien tot vijftien man te praten over hoe je dat voor elkaar kunt krijgen .
" Wilskracht en discipline is een spier die snel vermoeid raakt ."
GOED VOORBEELD DOET GOED VOLGEN
Omdat een nieuwe beweging altijd klein begint , creëert Pim Mulier in die eerste fase liefst een markt van schaarste . Jeroen van Vilsteren : “ Vertel wat over deze boodschap en kijk welke medewerkers interesse tonen en er vragen over gaan stellen . Maar houd het aanbod beperkt ; stel maar een paar plekken beschikbaar . Met die mensen ga je aan de slag ; zij voelen dan dat ze één van de gelukkigen zijn en zullen voor succes willen zorgen . Dat succes laat je zien aan de rest van de organisatie waardoor de vraag op gang komt .” Als op deze manier grofweg de eerste 16 procent enthousiast is , dan zorgen zij voor een inktvlekwerking binnen de organisatie . “ Op een gegeven moment is meer dan de helft er mee aan de slag . Wie niet meedoet behoort dan tot de minderheid en zal bewust moeten kiezen tussen wel of niet te conformeren aan de nieuwe geldende norm .”
Volgens Jeroen van Vilsteren kan de Bouw en Infra zo ’ n nieuwe norm goed gebruiken . “ Verzuim en uitval nemen af en mensen zijn veel flexibeler inzetbaar , kunnen zich beter aanpassen aan veranderingen . Daarnaast zit de branche om mensen te springen . Dan is het dus belangrijk om aantrekkelijk te zijn , want wie laat zich nou in die richting scholen of omscholen als hij ziet dat je je in de bouw helemaal kapot werkt ?” •