BNL 2019-Special Veiligheid | Page 22

22 | BNL | APRIL 2019 | SPECIAL VEILIGHEID Tekst | Marije Rispens Gezamenlijke aandacht voor veiligheid is nog geen vanzelfsprekendheid in de bouw. Dat concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een kritisch rapport over de ingestorte parkeergarage bij Eindhoven Airport. Veiligheidsrisico’s worden niet goed in kaart gebracht, verantwoordelijkheden zijn onduidelijk verdeeld en consequenties van ontwerpkeuzes worden onvoldoende doordracht. Het rapport maakt de urgentie voelbaar om veiligheid prioriteit te geven. De vervolgstap moet van de sector zelf komen. Foto | Onderzoeksraad voor Veiligheid SPECIAL VEILIGHEID | APRIL 2019 | BNL | 23 COMPLEXITEIT GEEN EXCUUS De Onderzoeksraad sprak de afgelopen maanden met de organisaties die in het rapport benoemd worden. “Het valt me op dat de bouw zich soms verschuilt achter de complexiteit van versnipperd werken met zoveel partijen. Maar het is een keuze om het werk op deze manier te organiseren. Het kan ook anders.” Binnen een jaar moeten ONDERZOEKSRAAD VOOR VEILIGHEID: "WE HOPEN DAT DE SECTOR HET RAPPORT ALS WAKE-UP CALL ZIET" De Onderzoeksraad voor Veiligheid kwam met een aantal VOORTOUW NEMEN dringende aanbevelingen aan Bouwend Nederland. Ook nam Aanbeveling twee - gericht aan Bouwend Nederland en de Raad het lerend vermogen van de sector onder de loep. Het Opdrachtgeversforum in de Bouw - is een duidelijke “Ieder ongeval wordt als uniek gezien in plaats van lessen verantwoordelijkheidsverdeling. Heldere afspraken over te trekken uit eerdere incidenten”, licht raadslid Marjolein welke partij gedurende het hele bouwproces de verant- van Asselt van de Onderzoeksraad toe. De Raad wees op woordelijkheid voor het definitief ontwerp draagt en de overeenkomsten met eerder onderzochte bouwongevallen. constructieve samenhang bewaakt. “In Eindhoven had Ook daarin werd benadrukt dat de coördinatie van werk- niemand meer scherp wie de verantwoordelijkheid droeg zaamheden, verdeling van verantwoordelijkheden, het veilig- voor het definitieve ontwerp en de constructieve veiligheid. heidsbesef en de toetsing van risico’s moeten verbeteren. Door de manier van organiseren bleef onduidelijk wie het “Het is goed om te zien dat de sector het zich aantrekt dat geheel moest doorrekenen en wie moest controleren. onze aanbevelingen sterk lijken op die uit vorige rapporten. Als een partij vindt dat ze niet verantwoordelijk is voor Er is werk aan de winkel. Die boodschap lijkt te zijn over een onderdeel, moet ze zich afvragen wie dat dan wel is”, gekomen”, aldus Van Asselt. vindt Van Asselt. “Om de vrijblijvendheid ervan af te halen, NIET VRIJBLIJVEND zouden we graag zien dat Bouwend Nederland onderzoekt hoe goede afspraken over veiligheid verplicht kunnen Volgens de Onderzoeksraad zijn drie veranderingen nodig. worden gesteld en hoe ze om gaan met opdrachtgevers en De eerste aanbeveling is het opstellen van gezamenlijke opdrachtnemers die zich niet aan de afspraken houden.” Tot principes die veiligheid in de bouw bevorderen, bijvoorbeeld slot beveelt de Raad aan om de minister van Binnenlandse het organiseren van professionele tegenspraak, systemati- Zaken te steunen bij het regelen van risicoverantwoordelijk- sche risicobeheersing en de overstap van een ‘schuldcultuur’ heid. “We hopen dat de sector zelf het voortouw neemt in naar een ‘leercultuur’. Alle opdrachtgevers en opdracht­ het wettelijk vastleggen van deze afspraken.” nemers moeten deze principes op ondernemingsniveau en op projectniveau uitdragen. Van Asselt: “In het rapport richten WAKE-UP CALL we deze aanbeveling in eerste instantie aan de Governance Na het uitkomen van dit rapport is de bouwsector aan Code Veiligheid in de Bouw, maar alle betrokken partijen zet. “De aanbevelingen zijn opdrachten aan intelligente moeten hiervoor samenwerken. Bouwend Nederland speelt mensen die de sector beter kennen dan wij. De neiging een rol in het bereiken van leden met deze boodschap. De is misschien groot om alleen de aanbevelingen op aanbeveling gaat over het verankeren en minder vrijblijvend te volgen, maar de gedetailleerde beschrijving maken van veiligheid.” van het bouwproces in Eindhoven biedt ook handvatten voor beter veiligheidsbeleid. We hopen – en dat is ook wel onze eerste indruk – dat de sector het rapport als wake-up call ziet. Het is een wonder dat er geen slacht- offers zijn gevallen in Eindhoven, omdat er toevallig geen mensen aan het werk waren. Er is zelfs puin over de afrastering gevallen, waar mensen hadden kunnen lopen. De urgentie om veiligheid aan te pakken is door dit ongeval voelbaar geworden.” de aangesproken partijen laten zien wat ze ondernomen hebben om de veiligheid te verbeteren. “Het lijkt erop dat de boodschap om samen te werken en te verbeteren is aangekomen. Wat me is bijgebleven van de bijeenkomst met het Algemeen Bestuur van Bouwend Nederland en de Taskforce Veiligheid is de opmerking over proces- verantwoordelijkheid. Iemand moet gedurende het hele traject – van schets tot laatste steen – de veiligheid in het vizier houden en andere partijen daar scherp op houden. De een noemde dat regisseur, de ander hoofd­ constructeur, maar men was het erover eens dat er één partij de eindverantwoordelijkheid moet dragen.” •