BNL 2016-2 | Page 37

Tekst | Harm Dragt DOOR DE OGEN VAN DE KLANT | Juni 2016 | BOUWENDNL | 37 Foto | René van den Burg WATERSCHAP HUNZE EN AA’S STEEKT OOK HAND IN EIGEN BOEZEM “HET KAN IN DE BOUW EN INFRA BETER, EFFICIËNTER EN SNELLER” Projectleider Sjouke Hoekstra van het Waterschap Hunze failliet ging). In de aanbesteding werd ogenomen dat er en Aa’s is er van overtuigd dat de samenwerking tussen bij wederzijds welbevinden vervolgcontracten konden opdrachtgever en opdrachtnemer beter kan. “Wij moeten worden gesloten. Hoe gunstig dat kan uitpakken bleek bij nog beter naar elkaar luisteren en onze zaken nog meer dit contract want met het basiscontract was een bedrag op elkaar afstemmen. Uiteindelijk komen wij nagenoeg gemoeid van ruim 1,2 miljoen euro en inclusief de vervolg­ altijd tot een positief resultaat maar de weg daar naar contracten blijft de teller stilstaan op zo’n 10 miljoen euro. toe is vaak onnodig lang.” Een complicatie bij de contracten die allemaal in zogenaamd binnenstedelijk gebied gemaakt moesten worden waren “Er zou meer begrip voor elkaar moeten zijn. Partijen de eigenaren van de aanpalende gronden waaronder zouden zich meer moeten inleven wat er bij de ander ­overheden en scheepswerven. Die driehoeksverhouding gebeurt en wat de gevolgen zijn van een eenzijdige zorgde voor een extra druk op een goede communicatie, handeling. Aannemers zijn naar mijn mening nog te veel maatwerk en samenwerking. “Met tussentijdse evaluaties toegespitst op het maken van een werk. Maar dat is maar hebben wij de vinger bij elkaar aan de pols gehouden. Ook één schakel in de ketting. Voorafgaand zit de engineering die zijn bedoeld om de samenwerking steeds verder te en aan het einde gaat het over beheer en onderhoud. verbeteren. Want dat is en blijft nodig.” Daar zou voor alle partijen meer oog voor moeten zijn en beter over van gedachten gewisseld dienen te worden. < Ik ben mij zeer bewust van het feit dat wij als opdracht- Niet alles is in harde eisen te vangen gever nog veel duidelijker in onze uitvraag kunnen zijn. Ronald Silvius van Oosterhof Holman onderschrijft de waarneming van Duidelijkheid over en weer voorkomt fouten, vertragingen, Hoekstra. “Het verreweg grootste percentage van een werk valt onder onnodige kosten en irritatie. Van groot belang zijn goede de categorie harde eisen. Over hoogte en breedte van een dijk is weinig en heldere b ­ eschrijvingen van alle in aanmerking komende discussie. Met interne afdelingen zoals peilbeheer, intern opdrachtgever­ onderdelen van een werk. Die moeten goed met elkaar schap, dijkveiligheid en beheer en onderhoud ligt dat anders. Dat is vaak gedeeld worden inclusief de risico’s over en weer. Dat persoons- en situatie­gebonden. Dan heb je aan beide kanten van de tafel is belangrijk want één van de doelen is om langer met mensen nodig die elkaar goed begrijpen en dezelfde taal spreken. Ook elkaar te werken.” Dat bewijst ook het basiscontract dat om te voorkomen dat de kosten de pan uit rijzen. Daar is nog het nodige het waterschap sloot met de combinatie GMB Civiel, te winnen.” Oosterhof Holman en Van Halteren (die tijdens het project Sjouke Hoekstra 110 kilometer Het waterschap Hunze en Aa’s heeft ongeveer 700 kilometer boezemwaterkering in beheer. Daarvan moest in het ‘Master­ plan Kaden’ dat in 2004 werd vastgesteld zo’n 110 kilometer ­opgehoogd worden. Oosterhof Holman en GMB Civiel zijn met de laatste binnenstedelijke projecten bezig.