BNL 2015-1 | Page 58

58 | BOUWENDNL | Februari 2015 | Toekomst Foto | Anke Bot Fotografie Toekomst | Februari 2015 | BOUWENDNL | 59 Foto | Henk de Graaf Fotografie Fries Heinis Tim van der Rijken Als grootste uitdaging naar 2025 ziet Heinis de leden samenwerking. En wellicht is het raadzaam te fuseren. te verleiden tot meer betrokkenheid en verbinding met Ik ben het op dat punt dan ook niet helemaal eens met elkaar. “Het achterover zitten met de handen over elkaar Van der Rijken. Juist de collectiviteit maakt dat je effectief en afwachten waar Zoetermeer mee komt - Van der kunt zijn in bijvoorbeeld de lobby.” Voorbeelden van Rijken concludeert dat ook - is niet meer van deze tijd. dergelijke verstevigingen zijn de aansluiting bij Bouwend Hoe actiever de leden zijn, hoe beter we ons werk als Nederland van onder andere de vakgroepen VBW Asfalt, branche­ ereniging kunnen doen.” Traditioneel is Bouwend v Ondergrondse Netwerken en Grondwater (ONG) en de Nederland goed vertegenwoordigd in de regio. Heinis: “In O ­ ndernemers Bestratend Nederland (OBN). "Ze zijn alle­ de toekomst zal niemand meer centraal aangestuurd maal lid juist vanwege de toegevoegde waarde. Soms uit willen worden. Het contact met de leden zal zich nog meer kosten­ verwegingen, vaak vanwege de lobby en kennis­ o dan nu afspelen op regionaal en afdelingsniveau. Daar en ontwikkeling." Belangrijkste voorwaarde voor Bouwend lager in de organisatie zal in de toekomst het zwaarte­ unt p Nederland om dergelijke gesprekken te starten is de blijven liggen. De organisatiegraad moet tot in de haar­ waarde die de leden daaraan hechten. "Het is nooit doel op vaten worden uitgerold. Gelukkig hebben we al ­ fdelingen a zich. Maar dat wil niet zeggen dat je de mogelijkheden van en regio's en die zullen nog dichter bij elkaar en bij andere soorten lidmaatschap niet zou kunnen verkennen. Bouwend Nederland betrokken worden. Zonder ­ verigens o Waarom zou de bouwtoelevering bijvoorbeeld niet via dat we gaan centraliseren, al wil je vanzelf­ prekend s een geassocieerd lidmaatschap toe kunnen treden? Die wel het liefst dat er uit alle geledingen van Bouwend lidstatus hebben we nu niet. Daar kun je best eens over N ­ ederland een eensluidend geluid naar buiten komt.” nadenken, zeker als er ook al relaties bestaan tussen de Bouwkeet bedrijven." Een recent voorbeeld van grotere betrokkenheid en inzet Wisselwerking van leden bij de activiteiten van de brancheorganisatie is Heinis verwacht dat het ledencontact zich verder zal De Bouwkeet. Heinis: ”We hebben 150 bouwondernemers ontwikkelen en in 2025 veel directer zal gaan verlopen. tijdens de Bouwkeet direct in contact gebracht met leden “We maken gebruik van de nieuwste media. We zullen van de Tweede Kamer. Dat is best spannend, omdat twee dan, net als nu, zeker niet meer afhankelijk zijn van verschillende werelden elkaar ontmoeten, die niet per se fysieke bijeenkomsten. Al geloof ik net als Van der Rijken op dezelfde lijn zitten. Maar het is tegelijkertijd ook een er heilig in dat mensen elkaar ook in 2025 gewoon in goede kans om met elkaar in contact te komen en van de ogen willen kijken. Elektronische media, de website, elkaar te leren. En dat is gelukt, dus dat middel zullen we intranet en gepersonaliseerde ledenpagina’s zullen veel Bouwend Nederland zal zijn, beantwoordt hij met een uitbouwen.” meer gebruikt worden. We kunnen dan ook veel beter er op het vlak van P&O, IT en adressenbeheer samen­ volmondig ‘ja’. “Ik verwacht alleen dat we ons werk veel Een ander voorbeeld is de recente vorming van leden­ polls en korte enquêtes initiëren, informatie veel gerichter werkingsverbanden met andere organisaties zijn opgezet. meer op thema’s doen en andere activiteiten ontplooien. panels, waarin nu eens niet de usual suspects zitten uit overbrengen. Het wordt een breed pallet aan interactie. De Feitelijk doet elke branchevereniging dat nu zelfstandig en We zullen flexibeler zijn, sneller kunnen reageren, meer andere besturen, maar waarin andere vertegen­ oordigers w wissel­ erking zal nog groter zijn. En we zullen veel meer w op zijn eigen manier. Bundeling kan wellicht zinvol zijn.” naar de leden toegaan en per onderwerp tijdelijke of lang­ uit de achterban onderwerpen die hen na aan het hart mensen bereiken dan nu, bijvoorbeeld in ledenpanels.” durige samenwerkingsverbanden organiseren. We gaan liggen behandelen. Heinis: “We willen niet alleen zenden, die kant nu al op in bijvoorbeeld Kleur Uw Gemeente Groen, maar stimuleren dat de leden actief meedenken en Hoe de organisatie er in 2025 uitziet, kan de directeur van en kleine bedrijven zal volgens zijn inschatting hetzelfde Meer Met Minder en Nul-op-de-meter met organisaties meedoen. Het gaat om mensen met een eigen belang Bouwend Nederland niet voorspellen. Hij onderschrijft blijven. “Dat zal in 2025 niet veel verschillen van 2014. als Aedes en Uneto-VNI.” en een eigen mening. Dat moet in ons werk als branche­ echter op dit punt Van der Rijken. “We zullen in ieder Maar het gaat niet vanzelf. Het is een misverstand te vereniging terug te vinden zijn.” geval in het Bouwhuis in Zoetermeer zitten. Ik kan nog denken dat grote bedrijven alleen van lobby-activiteiten niet inschatten wat het nieuwe werken voor de interne profiteren en de kleinere lid zijn voor het ledenvoordeel dat s ­ tructuur van het pand betekent. Maar ik sluit niet uit dat we kunnen verwerven door collectief in te kopen. Lidmaat­ "Het achterover zitten met de h ­ anden over elkaar en afwachten waar Zoetermeer mee komt - Van der Rijken concludeert dat ook - is niet meer van deze tijd." Intermediair De opbouw van het ledenbestand met grote, middelgrote Net als Tim van der Rijken ziet Heinis de bouw veranderen. schap moet en zal ook in de toekomst voor alle bedrijven, “Bedrijven komen meer en meer in aanraking met andere over de hele linie wat opleveren. Het g X]