10 voor de overheid 1 | Page 28

gaan in overheidsplannen en machtsverhoudingen. Verder gaat het ook over de manier waarop burgers zèlf overheidsverhalen internaliseren als frame voor hun gedrag. Volgens Foucault heeft zich over datgene dat de overheid doet en hoe burgers daarop reageren een meta-verhaal ontwikkeld dat het uitoefenen van overheidsmacht rationaliseert en legitimeert. Juist dit gedeelde metaverhaal maakt dat we het normaal vinden dat we inkomen afstaan aan de overheid, waarbij zij vervolgens beslist wat ze met òns geld doet.   Governmentability gaat over overheid in enge zin, zeker. Maar tegelijkertijd dus ook over de continue pogingen van die overheid om zichzelf als legitiem te presenteren en “Zo beschouwd is de ‘overheid’ juist over de manier waarop burgers worden gesocialiseerd in vele malen meer dan alleen 
 dit overheidsverhaal; de manier waarop de overheid
 overheidsorganisaties.” dingen ‘aan de marktwerking overlaat’ en toch ingrijpt om omvallende banken te redden. Governmentability gaat verder over de ‘inscription devices’ van de overheid: hoe legitimeert zij haar positie zodat wij die als ‘normaal’ ervaren? Hoe praten (en klagen) wij als burgers met elkaar over de overheid en wat maakt onze reacties richting die overheid voorspelbaar? Zo beschouwd klopt het duale onderscheid tussen ‘overheid’ en ‘maatschappij’ niet.  Ze ontstaan tegelijkertijd in en door elkaars acties, reacties en interacties.  Het is een met elkaar vervlochten geheel dat zich als geheel ontwikkelt. Volgens Foucualt is governmentability niet iets dat snel verandert. Het betreft juist een eeuwenlang ontwikkelingsproces. In de Middeleeuwen was er nauwelijks een overheid. Sindsdien heeft het overheidsverhaal zich steeds verder doorontwikkeld tot het neoliberalisme van nu. Glashelder toont Foucault aan dat governmentability geen top-down proces is waarbij de overheid zichzelf eenzijdig oplegt aan de maatschappij. De veranderingen in het overheidsverhaal  betreffen juist een non-duaal ontwikkelingsproces waarbij we allemaal een rol in spelen. U en ik ook. 27