10 voor de overheid 1 | Page 213

Jaren geleden deed ik het voorstel om een deel van mijn voltijdse aanstelling, voor eigen risico in te vullen met opdrachten die ik zelf zou acquireren. Ik zou voor die uren onder andere afstand doen van mijn recht op WW. Mijn tarief zouden we gezamenlijk vaststellen. Bij voldoende opdrachten zou ik het surplus aan inkomsten als salaris ontvangen en bij geen opdrachten zou ik op een houtje bijten. Wat ik hiervoor terug vroeg van mijn werkgever, was om ook voor deze opdrachten als werkgever op te treden, omdat ik behoefte had aan meer flexibiliteit, maar ook gewoon om eens iets nieuws te proberen. Het bleek het begin van een lange zoektocht naar manieren om op continu flexibele basis in overheidsdienst te zijn. Mijn voorstel bleek een radertje dat niet in de machine paste van wetgeving, cao en beleid. Om mijn ambitie toch vorm te geven, volgden onder andere: een detachering, het naar beneden bijstellen van mijn aanstellingsuren, een tijdelijke aanstelling bij een andere werkgever om het zelfde werk te kunnen blijven doen, mijn vaste aanstelling inruilen voor een tijdelijke aanstelling, parttime als zzp’er aan de slag, diverse meldingen van nevenactiviteiten, twee vaststellingsovereenkomsten waarvan ééntje met geheim-houdingsplicht, het stempel van re-integratie kandidaat ondanks het ontslag op eigen verzoek en uiteindelijk de stap naar volledige zelfstandigheid. Inmiddels kan ik met wat afstand kijken naar de realiteit van toen. Het roept vooral vragen op. Hoe kan de overheid ondernemende, flexibele professionals blijvend herbergen? Waarom remmen
 beleid en regels mensen soms af in hun ontwikkeling?   Hoe komen we tot een nieuw
 paradigma waarin werken weer georganiseerd wordt naar de realiteit van vandaag? Veel van deze vragen, die we met Publieke Ondernemers proberen te beantwoorden, zijn ingegeven door de praktijk die ook ik dagelijks meemaak in mijn werk. Het lijkt bijna een wet-matigheid dat als
 organisaties flexibel willen worden, professionals aan zekerheden vast blijven houden en
 omgekeerd. Alles wat beweegt kent weerstand. De weerstand bestaat in dit geval vaak uit het grijpen naar regels, procedures en beleid.   Daarbij komt dat mobiliteit en flexibiliteit van
 200